Het risicobedrag voor de grondexploitaties is afgenomen van € 7,7 miljoen (jaarrekening 2023) naar nu € 7 miljoen. Het risicobedrag van € 7 miljoen heeft voor € 3,1 miljoen betrekking op algemene risico’s, voor € 5 miljoen op projectspecifieke risico’s en is voor € 1,1 miljoen verminderd vanwege positieve resultaten op specifieke projecten waarmee negatieve effecten al opgevangen kunnen worden.
De Toelichting grondexploitaties 2024 en de paragaaf weerstandsvermogen geven een nadere onderbouwing van de gesignaleerde risico’s. Niet alle risico’s treden tegelijk op. Op basis van de kans van optreden, is een benodigde buffer in het weerstandsvermogen voor grondexploitaties berekend van € 7 miljoen. Dit voor het geval de werkelijke verliezen hoger uitvallen dan het verlies waarvoor voorzieningen zijn gevormd. Daarmee zijn de risico’s vanwege de grondexploitaties afdoende afgedekt.
De algemene risico’s zijn met € 0,6 miljoen afgenomen naar € 3,1 miljoen. De algemene risico’s hebben betrekking op de ontwikkeling van de opbrengstenstijgingen, de inflatie, de rente en het risico van tragere verkopen. De daling komt door een lagere inschatting van het risico dat de woningprijzen gaan dalen. Daar staat tegenover dat het risico van een hogere inflatie en een hogere rente op de grondexploitaties groter is geworden. De stijging van het renterisico op de grondexploitaties, valt te verklaren doordat de rente in 2024 op basis van een voorgeschreven rekenmethode erg laag uit is gevallen, terwijl de kans groot is dat de rente op basis van de voorgeschreven methode in combinatie met te verwachten financieringen in 2025 weer hoger uit zal vallen. De Grassen heeft het grootste aandeel in de algemene risico’s.
Het risico van stikstof is beschouwd als een vertragingsrisico. Ook de beperkte capaciteit op het stroomnet kan ertoe leiden dat nieuwe ontwikkelingen pas later toegang krijgen tot het stroomnet en daarmee vertraging op kunnen lopen. In de reguliere risicoberekeningen is rekening gehouden met een mogelijke vertraging van de uitgifte van gronden met 2,5 jaar. Vorig jaar rekenden we nog met een vertragingsrisico van 2 jaar, maar vanwege de huidige ontwikkelingen is dit verhoogd. Onder de specifieke risico’s is daarnaast rekening gehouden met mogelijke extra kosten als gevolg van stikstof.
Naast de algemene risico’s (prijs, planning en programma) zijn voor de projecten de specifieke risico’s in beeld gebracht. Het risico voor de Grassen is in 2024 afgenomen onder andere als gevolg van een positieve afspraak over de ontsluitingsweg (GOL) in Vlijmen. Aan de andere kant blijven de projectspecifieke projectrisico’s voor de Grassen nog steeds aanzienlijk.